‘Hoe oud ben je nu ook alweer, 35?’, vraagt Josha. ‘Nee joh’, roept Patrick,‘37’. ‘Ah, je ziet er zo jong uit’. Patrick kijkt met een scheve grijns de zaal in vol professionals van de verslavingskliniek waar hij zelf jaren terug heeft gezeten. ‘Komt door de alcohol’, grapt hij. Josha lacht: ‘volgens mij komt het juist doordat je gestopt bent.’
Het is op het eerste gezicht een wonderlijke combinatie: de serene observator Josha en de opstandige, directe Patrick. Een vrolijke gele jurk naast een oversized spijkerjack waar groot ‘FUCK POP’ op staat. Maar de rust van maatje Josha geeft Patrick precies de ruimte die hij nodig heeft om zijn verhaal te doen. En zo vertellen ze samen.
Over hoe Patrick als klein jongetje zijn draai niet kon vinden, niet begrepen werd. Hoe hij niet wilde zitten en luisteren. Dat ook niet kon. Hij wilde juist bewegen, rennen. Hoe hij zoveel dingen moest en zoveel niet mocht. ‘Dat werkt niet bij mij, ik doe gelijk het tegenovergestelde.’ Zijn hoofd zat vol, continu. Hij vond zijn rust in de roes van alcohol. ‘Je wordt er gewoon lekker wazig van in je hoofd’, legt hij uit, ‘dat kennen jullie vast wel.’
Het gaf hem inderdaad de rust waar hij zo naar verlangde, maar hij voelde tegelijk hoe het zijn lichaam opbrak. Een beetje drinken was geen optie: het was veel of niets. Dan maar niets, besloot hij. Zo kwam hij hier bij Tactus terecht. Het begon met wat gesprekken. Hij loog, daar is hij goed in. ‘Há, volgens mij heb ik nog met jou gepraat toen!’, zegt hij tegen iemand in de zaal. ‘Ik zwoor dat ik niet meer dronk, maar ik deed het wel.’
Het werd een zoektocht naar een manier om niet meer in de verleiding te komen om te drinken, en er niet over te kunnen liegen. De dokter schreef Refusal voor. Een pil die ervoor zorgt dat je je doodziek voelt als je alcohol drinkt. ‘Écht niet drinken als je het geslikt hebt dus’, zei hij. Dat hoef je tegen Patrick maar één keer te zeggen; hij nam de pil en dronk. ‘Mijn hart ging als een razende tekeer, ik raakte oververhit, benauwd, vreselijk. Maar ik móést het proberen, ik moest weten waar ik het voor deed. Sindsdien heb ik nooit meer gedronken.’
‘Ze laten me daar vrij, dat is het enige dat werkt. Ik beslis zelf over mijn toekomst. En tegelijk weet ik weet dat ik altijd hulp mag vragen als ik dat nodig heb.’
Voor de rust in zijn hoofd slikt hij nu medicijnen. Dat helpt. Zeker in combinatie met een omgeving die hem begrijpt, die ziet waar hij goed in is. Al op de middelbare school viel het op dat je Patrick beter niet op een stoeltje in een klas kan zetten. Je moet Patrick die stoel laten maken. Dat kan hij goed; de hele zorgboerderij waar hij woont staat inmiddels vol met meubels van Patrick. ‘Ze laten me daar vrij, dat is het enige dat werkt. Ik beslis zelf over mijn toekomst. En tegelijk weet ik dat ik altijd hulp mag vragen als ik dat nodig heb.’
Het slikken van Refusal laat hij daarom twee keer per week checken door de begeleiding, hij vertrouwt het zichzelf niet toe. Verantwoordelijkheid nemen door juist die verantwoordelijkheid soms uit handen te geven: dat is ook een vorm van zelfstandigheid. En daar moet je best dapper voor zijn. Zoals Patrick.
Geschreven door: Liza Neto Gomes de Almeida, medewerker van het FAS-project
Deze lezing is mede mogelijk gemaakt door Stichting Dorodarte. Ook een lezing organiseren over FAS bij jouw organisatie? Neem contact op met info@fasproject.nl
Patrick werd in het project Waanzinnige Verhalen gekoppeld aan schrijfster Josha Zwaan. Benieuwd naar het verhaal dat zij samen gemaakt hebben, en dat van andere volwassenen met FAS? Bestel hier het in het boek Waanzinnige Verhalen.
FAS2025III wordt mede mogelijk gemaakt door het Oranje fonds, Kansfonds, NSGK, HandicapNL en Stichting Boschhuysen.