Patrick klikt de twee bladen op het middengedeelte van zijn boog en spant de pees. Zijn onwillige vingers zijn minder zeker dan normaal. De gevoelloosheid in zijn vingers door de vrieskou van afgelopen zaterdag is nog niet verdwenen. Ondanks de kou was het een leuke dag, de wedstrijddag. Wat hadden ze gelachen om het teamlid dat van uitputting wartaal begon te praten. Het was ook zwaar, zo’n hele dag een parcours lopen met die zware boog op je rug, de driedimensionale doelen zoeken, pijlen spannen, schieten, pijlen zoeken, verder lopen. Maar hij had genoten. Hij genoot altijd tijdens het boogschieten. Ook bij de training, zoals nu.
Hij wrijft zijn vingers. De koker die nonchalant om zijn middel bungelt, is gevuld met pijlen van verschillend materiaal. Bamboe is zwaarder dan aluminium, daarom schiet bamboe prettiger, vindt hij. De gymzaal is gevuld met het geroezemoes van stemmen van de jongens en meisjes met wie hij traint. Hij stelt zich op in lijn met de anderen en richt zijn boog op de schietschijf tegenover hem aan de andere kant van de zaal. Pijlen zoeven door de lucht.
Lees verder in het boek Waanzinnige Verhalen