Vorige week vrijdag verscheen een artikel in de Volkskrant, waarin een Brits onderzoek over alcohol tijdens de zwangerschap, gefactcheckt werd. Anders dan sommige krantenkoppen beweerden concludeerden de Britse onderzoekers dat het ‘onmogelijk bleek harde conclusies te trekken over een veilige ondergrens van drankgebruik. De risico’s van drie tot vier glazen alcohol per week lijken weliswaar bescheiden voor de ongeboren baby, maar ze bestaan wel: zo’n kind loopt een iets hoger risico op vroeggeboorte en een lager geboortegewicht.’
Journalist Ronald Veldhuizen sprak RIVM-onderzoeker Aldert Piersma en hoogleraar verloskunde Eva Pajkrt, die beiden terecht concluderen dat het beste advies blijft om helemaal geen alcohol te drinken tijdens de zwangerschap. Ze nuanceren iets: ‘Dat wil niet zeggen dat elk glas meteen rampzalig voor de baby is.’ Er blijven echter nog veel vragen onbeantwoord. Wat doet zo’n glaasje dan wél voor het ongeboren kind?
Eén glas
Een foetus moet dezelfde hoeveelheid alcohol verwerken als de moeder. Deze afbraak duurt veel langer en vindt bovendien plaats in de hersenen in plaats van de lever, wat direct schade kan aanrichten. Uit onderzoek blijkt dat een eenmalige consumptie van één tot twee standaardglazen alcohol er al voor zorgt dat foetale ademhalingsbewegingen tijdelijk worden onderdrukt. Dit kan wel twee uur duren. Ook de slaap van de foetus verandert van kwaliteit.
Hoeveel schade wordt veroorzaakt door één of meerdere glazen alcohol is van verschillende factoren afhankelijk, zoals het moment van blootstelling. In de eerste twee weken van de zwangerschap geeft alcohol vooral een verhoogde kans op een miskraam. Later in de zwangerschap kan het de ontwikkeling van verschillende ledematen aantasten. De hersenen zijn op elk moment in de zwangerschap gevoelig voor alcoholschade. Afhankelijk van het moment van alcoholblootstelling en het hersendeel dat op dat moment in een kritische groeifase is, is er schade te verwachten. Alcohol kan zodoende op verschillende manieren schade aanrichten aan een foetus. Het heeft effect op de vitamine- en mineralenhuishouding van de foetus (vitamine A, zink en foliumzuur) en kan de hersenontwikkeling en hormoonhuishouding verstoren. Dit kan leiden tot uiteenlopende fysieke en mentale gevolgen.
Waarom bij de één wel en bij de ander niet?
Alcoholgebruik heeft niet bij iedereen dezelfde (blijvende) gevolgen. Dat is verwarrend. Waarom bij de één wel en bij de ander niet? Hier zijn verschillende redenen voor. Zo is het alcoholpromillage belangrijker dan het aantal glazen. Bij iemand met een lager lichaamsgewicht kan dezelfde consumptie leiden tot een hogere ethanolspiegel. Ook een volle of lege maag heeft hier effect op. Binge-drinken is gevaarlijker dan een enkel glaasje. Daarnaast zijn er verschillende genetische factoren van invloed, zoals de gevoeligheid voor alcohol van de moeder en het kind.
Conclusie
Alcohol richt op verschillende manieren schade aan bij een foetus. Zelfs bij matig alcoholgebruik is er al een verhoogd risico op miskramen, vroeggeboorte en aangeboren afwijkingen. Het uiteindelijke effect kan wordt beïnvloed door allerlei factoren, waardoor van tevoren niet met zekerheid te zeggen is hoeveel risico iemand loopt bij alcoholgebruik. De gevolgen van alcohol op een kind zijn dus maar op één manier te voorkomen: 0% alcohol tijdens de zwangerschap.
Hier vind je meer feiten en cijfers over FAS. Meer lezen? Het boek 0%, Alcohol en Zwangerschap is hier verkrijgbaar.
0% is onderdeel van het langlopende FAS-Project van Het Witte Bos, dat in 2013 is gestart en doorloopt tot 2025.