Rolien & Marijn

Rolien Bakker is een krachtige, wijze jonge vrouw die in haar eigen appartementje in Rotterdam woont. Die deelt ze samen met haar parkiet Keiko, die heel goed ‘aanvallluh’ kan zingen.

Marijn Heemskerk is journaliste en tekstschrijver te Amsterdam. Zij woont in haar eigen appartementje met haar kat Miep, die helemaal niet goed kan zingen.

Toen de moeder van Rolien 15 jaar geleden overleed, wist ze nog niet dat ze FAS had. Ze heeft er dus nooit met haar over kunnen praten. Marijn heeft Rolien geholpen met het schrijven van een brief aan haar overleden moeder. Dit is wat Rolien haar moeder zou schrijven, zou haar moeder nog hebben geleefd.

LIEVE MAMMA,

Blauw golfje onder logo FAS-project

Weet je nog dat we elkaar vroeger kaarten stuurden, toen ik een tijdje bij tante Marja woonde? Jij kon heel mooi schrijven, al kon ik altijd wel precies zien wanneer je dronken was. Ik hield niet echt van schrijven. Nog steeds niet, eigenlijk.

Toch stuur ik je deze brief. Weet je waarom? Omdat tien jaar geleden bij mij FAS werd vastgesteld. Jij was toen al vijf jaar dood. Je hebt het dus nooit geweten. En ik heb je nooit kunnen vertellen wat FAS voor mij betekent. Dat wil ik nu doen.

Maar laat ik vooropstellen dat ik je niets kwalijk neem. Ja, je wist dat je zwanger was. Je wist ook dat alcohol en zware shag niet goed waren voor mij. Toch dronk je door. En rookte je door. Maar ik weet: verslaving is een ziekte. Jij was verdrietig omdat je je vader verloor toen je nog maar vijftien was. En je probeerde het te vergeten met de drank.

Ik weet dat we nooit echt een moeder-dochterband hebben gehad. Daar was je te dronken voor. Toch voelde ik jou altijd heel goed aan. Weet je bijvoorbeeld nog dat je van de trap gevallen was? Iedereen zei: ze was zeker weer stabernakel. Maar jij zei dat je droomde dat je thuis bij opa en oma was, en dat de trap daar natuurlijk ergens anders zat. Weet je, ik geloof dat.

Net zoals ik geloof dat je nog altijd bij me bent. Afgelopen februari ging ik naar een concert van Marco Borsato. Het is al het achtste concert van hem waar ik ben geweest. Weet je waarom ik zo van Marco Borsato hou, mamma? Omdat zijn liedjes mij aan jou doen denken!

Wat dacht je van de volgende tekst? Voor mij voelt het alsof jij dit tegen mij zingt:

Ik waak over jou
En als je me zoekt
Ben ik er altijd
En weet wat je ook zal doen
Dat ik achter je sta

Zou jij dit inderdaad zo zingen tegen mij, mamma?

Laatst ging ik op bezoek bij Rina Sloof. Misschien weet je nog wie dat is. Dat is de maatschappelijk werkster die bij ons kwam tot ik een jaar of drie was. Zij was er als ik thuiskwam uit het medisch kinderdagverblijf. Rina vertelde over vroeger.

Van sommige dingen ben ik wel een beetje geschrokken. Ze had het over sherryflessen die jij verstopte in mijn ledikantje. Dat ze mij een keer met zo’n fles aan m’n mond had gevonden, omdat ik dat van jou had afgekeken. En dat je flessen onder in de volle vuilnisbak verstopte. Je krauwde dan door het vuilnis heen om ze er weer uit te vissen.

Maar ze vertelde ook dat jij heel lief was. Dat je niet goed voor mij kon zorgen, maar dat je wel heel veel van me hield. Dat vond ik fijn om te horen.

En ze zei tegen mij: “Jouw koppie zat er goed op, je wist precies wat je wilde! Dat is je redding geweest.” En dat denk ik ook wel. Want ik ben een van de weinige mensen met FAS die zelfstandig woont. Daar ben ik heel erg trots op. (Tante Marja zegt weleens: “Je moeder zou trots op je zijn.” Is dat ook zo? Ik hoop het.)
Toch vind ik alleen wonen af en toe wel een uitdaging. Je moet zoveel dingen organiseren. Schoonmaken, boodschappen doen, je huur betalen. En als ik dat dan ingewikkeld vind, vraag ik me af: “Ben ik dit, of is dit FAS?” Dat heb ik bij heel veel dingen, trouwens.

En nou ja, als het al moeilijk is om jezelf te begrijpen, moet je nagaan hoe moeilijk het dan is om een ander in te schatten. Ik weet nooit zo goed hoe dat moet. Het is me weleens overkomen dat iemand geld had geleend en dat nooit meer terugbetaalde. Iedereen prent me ook altijd in: laat je niet in met foute vriendjes.
Maar hoe weet je nou of iemand fout is? Voor de zekerheid hou ik maar afstand van iedereen. Daardoor voel ik me af en toe wel een beetje alleen. Pappa is natuurlijk wel mijn steun en toeverlaat, maar hij kan ook niet elke dag zomaar op de stoep staan.

Dus heb ik bij de Vriendendienst Rotterdam een vacature geplaatst voor een maatje. Dit had ik opgeschreven:

Gezellig maatje gezocht voor vrolijke jonge dame
Gezellige, vrolijke jonge dame van 33 jaar (R.) zoekt een maatje om leuke dingen mee te doen. Bijvoorbeeld wandelen, fietsen, of een keertje koffie drinken.
Maar ook uitjes zijn favoriet. Zo wil R. heel graag deze zomer weer eens naar het dolfinarium, want dolfijnen zijn haar lievelingsdieren! Of wat dacht je van een keertje shoppen?
R. heeft een lichte vorm van foetaal alcoholsyndroom (FAS). Hierdoor vindt ze het lastig om vrienden te maken. Ze heeft behoefte aan iemand bij wie ze haar ei kwijt kan. Iemand die haar stimuleert om bijvoorbeeld het huis schoon te maken of klusjes te doen. Kortom: iemand die zich betrokken voelt bij haar wel en wee.
Wat geeft R. je terug? Veel! Ze is heel vrolijk en makkelijk in de omgang. Maatje heeft zeker weten ook een leuke tijd. Benieuwd geworden? Reageer vooral.

En ze hebben iemand voor me gevonden! Vandaag heb ik Jacqueline voor het eerst ontmoet. Ze is heel lief en wil je wel geloven dat ze dierenverzorging heeft gestudeerd? Ze heeft ook een keer met dolfijnen gezwommen. Dus dat dolfinarium zit er wel in.

Jacqueline had niet op een beter moment kunnen komen. Ik kom uit nogal turbulente tijden. De tabakszaak waarin ik werkte, ging failliet. Ik ging bij DHL aan de slag als pakketbezorger. Pappa verhuisde, en mijn lieve valkparkiet Keiko vloog weg (hij is gelukkig – wonder boven wonder – weer terug). Ik ben m’n hele structuur kwijt en daar word ik moe van. Zo moe…

Dat je zo moe wordt, hoort bij FAS, zeggen ze. Vandaag had ik ook nog zo’n ander typisch FAS-momentje. Ik ging met de manager van DHL in gesprek. En midden in het gesprek: poef! Wist ik niet meer waar we het over hadden. Alsof de telefoonverbinding verbroken werd. Onhandig, hoor.

Ik moest daardoor denken aan iets wat Rina vertelde. Ze zei dat je je schuldig voelde om hoe ik was geworden. Dat begrijp ik, mamma. Ik ben ook boos op je geweest, toen ik erachter kwam dat ik FAS had. Maar weet je? Ik heb het je vergeven. Zoals ik al zei: je dronk omdat je niet kon verwerken dat je vader doodging, terwijl je zoveel van hem hield.

Nu ben je in de hemel, terug bij opa. Ik hoop dat je gelukkig bent. Al hoop ik wel dat ze daar geen alcohol hebben.

Heel veel liefs van je dochter,

Rolien

Blauw golfje onder logo FAS-project
X