Niet teveel vragen

Nieuw maatje Johanna vertelt over de start van het maatjesproject.

Maatje zijn is iets waar ik trots op ben, maar er komt veel bij kijken. De kinderen maken een ontwikkeling mee waar jij deel van mag uitmaken. Best spannend eigenlijk. Zeker als je nagaat hoe anders de ontwikkeling van iemand met Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) is. Het ene moment denk je precies te weten hoe iemand in elkaar steekt, om er vervolgens achter te komen dat het toch anders werkt.

Afgelopen zondag was ik bij de startdag van het maatjesproject. Ik had een handleiding verwacht, met als inhoud: ‘Hoe ga ik om met een kind met FAS?’. Ik kwam er al snel achter dat, net als met alles in het leven, er niet voor ieder scenario een handleiding bestaat. Zo ook niet voor het omgaan met kinderen met FAS. Wat er wel bestaat, zijn handvatten om ze zo goed mogelijk te kunnen helpen.

Wat kan je dan het beste doen als maatje? Op het moment dat je samen bent, wil je voor het kind een veilige haven zijn.  Een vriend of vriendin met wie ze kunnen lachen en bij wie ze hun verhaal kwijt kunnen.

Zelf word ik het maatje van Mirthe. Ik wil voor haar graag een vriendin zijn en haar het liefst als ‘normaal’ behandelen. Al zitten daar wel belangrijke voorwaardes aan, ontdekte ik op de startdag. Pleegmoeder Lotte zei bijvoorbeeld: “Je kunt niet op het laatste moment afzeggen. Of toch iets anders doen tijdens je bezoek. Zo werkt het niet bij een kind met FAS”.

Wat ik ook niet wist voor de startdag, is dat iemand met FAS vaak sociaal gewenst gedrag vertoont. Iedereen is vast wel eens met tegenzin naar een verjaardag van een familielid gegaan. Een geforceerd lachje op je gezicht, een beetje meekletsen, maar na een paar uurtjes kan jij weg met een opgelucht gevoel. Daarna heb jij geen last meer van die tegenzin, het geforceerde lachje verdwijnt van je gezicht. Je hoeft niet meer te doen alsof. Voor iemand met FAS is dat anders. Zij voelen geen opluchting. Zij zijn juist overprikkeld, al helemaal als er te veel van ze is gevraagd.

Als maatje wil ik graag luisteren naar Mirthe zelf. Niet te veel vragen, zeker niet te veel achter elkaar. Daarom is het belangrijk om het met haar opa en oma te hebben over welk gedrag ze vertoont als ze overprikkeld raakt. Dan weet ik wanneer het teveel wordt. Dan kan ik helpen.

Ik raad elk maatje aan om naar de startdag te gaan, want je krijgt er zoveel nieuwe inzichten. Verder is het ook gewoon hartstikke gezellig. Je hebt gelijk een netwerk om je heen met andere maatjes, die je kunnen helpen en ondersteunen.

Wie weet kunnen we samen onze eigen handleiding maken!

Geschreven door: Johanna Silvius, maatje

FAS2025VI wordt mede mogelijk gemaakt door het Oranje fondsKansfondshet Gehandicapte Kind, Stichting Boschhuysen en de Janivo Stichting.

X