Door spanningen en onuitgesproken vragen en antwoorden lijken Karin en haar moeder Marijke steeds verder van elkaar af te drijven. Ze wíllen die afstand wel overbruggen, maar weten niet zo goed hoe. Als ze samen zijn gaat er te veel mis, als ze elkaar niet zien is er te veel dat niet gezegd wordt. Ze hopen dat het schrijven van brieven hierbij helpt.
Karin en Marijke zijn begeleid door Liza Neto Gomes de Almeida (coördinator FAS-project). Hun namen zijn gefingeerd.
‘Ik vond het bijzonder om het proces van Karin en Marijke van zó dichtbij te mogen volgen. Het is heel intiem en kwetsbaar, zo’n brief. Ze hebben me geraakt en aan het denken gezet over mijn eigen grenzen, fouten maken en vergeving. Het is hún verhaal en tegelijk betreft het thema’s waar iedereen zich in herkent. Ik bewonder het lef van Karin en Marijke, om zich open te stellen en deze uitdaging aan te gaan zonder te weten waar het eindigt. En hoe ze zichzelf écht laten zien aan elkaar, en de ander durven te zien. Daarin schuilt een enorme kracht.’
Door: Liza Neto Gomes de Almeida
‘Ik wil graag over FAS praten, maar dat ligt gevoelig. We hebben nog geen mooie middenweg gevonden. Als je brieven schrijft dan praat je anders. Je vertelt anders.’ – Karin
Dit jaar ben ik een postbode. Een postbode deluxe. Een postbode die bij je aan tafel komt zitten, kijkt hoe je de brief openvouwt, je alles voor laat lezen, en er dan een uur met je over doorpraat. Ik heb maar twee bezorgadressen: Marijke, en haar dochter Karin. Ze schrijven brieven aan elkaar. Over vroeger, toen de moeder dronk terwijl de dochter nog in haar buik zat. Over de gevolgen die dat heeft gehad: blijvende hersenbeschadiging. Over schuldgevoel, schaamte, nóg meer drinken. Rollen die vervaagden, omdraaiden. Over nu.
Een van de eerste dingen die ik tegen Marijke zei was dat ik het zo goed vond dat ze meedoet, en dapper. ‘Hoezo?’ vroeg ze. Zó fel dat ik er een beetje van schrok. Ze vond het moeilijk – ja, en confronterend – ja. ‘Maar dat maakt niet uit’, zei ze, het was niet noemenswaardig. Alsof het ging om een reflectie-opdracht voor school of het doen van belastingaangifte; iets rottigs waar je niet aan kan ontkomen. Alsof het moest, van iemand, van haarzelf.
Hoe meer ik vraag, hoe meer het me opvalt hoe open Marijke is, hoe ze zich in al haar schuldgevoel en schaamte in één klap laat zien. Als een soort open wond. En ze leek niet te wachten tot er een korstje op zat, of misschien ging ze er allang vanuit dat dat er nooit ging komen. Ik zag ondertussen hoe de gedachten aan vroeger wrongen, pijn deden. Een niet echt te verhelpen of te verzachten pijn, en ik wist niet zo goed wat ik daarmee moest. ‘Het enige dat ik kan doen is proberen nú eerlijk te zijn, nu alles te vertellen,’ zei Marijke zelf. En dat leek me op z’n minst een heel goed startpunt van dit project.
Marijke en Karin hadden besloten om elkaar tegelijk hun eerste brief te schrijven, zonder te weten wat de ander zou schrijven. Zonder inmening van mij. Dat vond ik prima; dan konden we allemaal eerst maar eens zien wat eruit kwam.
fragment brief MOEDER
Lieve Pipo (red: koosnaampje van Marijke voor Karin),
Jeetje, wat is dit lastig! Waar zal ik eens beginnen. Bij het belangrijkste denk ik dan maar: Het spijt me.
Het spijt me dat ik gedronken heb tijdens mijn zwangerschappen en dat ik jullie daardoor beschadigd heb in plaats van beschermd.
Het spijt me dat ik je zo vaak heb laten voelen dat je niet op me kan rekenen.
Ik zou zo graag terug willen in de tijd om er wél 24/7 voor jullie te zijn. Maar vooral om jullie gezond op de wereld te zetten, en om jullie beter naar volwassenheid te begeleiden. Helaas kan ik de tijd niet terugdraaien. Het enige wat ik nu nog kan doen is ervoor zorgen dat ik je in de toekomst wel kan steunen wanneer je daar behoefte aan hebt. En proberen gewoon de lieve, gezonde mama te zijn die je altijd al verdiend hebt.
In de toeloop naar het met mezelf in het reine komen, heb ik natuurlijk zoals je weet, veel lopen malen. [..] Want ik had nooit veel gedronken gedurende mijn zwangerschappen, maar wel wat. Een glaasje rode wijn of donker bier is ten slotte goed voor je bloed was mij gezegd.[..]
Ik vroeg hoe het nu met haar drankgebruik ging, en hoe dat vroeger was geweest. Toen ze zwanger was van Karin woonde ze in het buitenland, werkte veel en ging vijf keer per week uit. ‘In Nederland zou het misschien excessief zijn geweest, maar daar was dat niet zo. Het was de standaard; een levensstijl. Iedereen om mij heen dronk dagelijks,’ vertelt ze. Toen ze er na drie maanden achter kwam dat ze zwanger was kreeg ze in het ziekenhuis het advies om sterk te minderen met drank, maar niet om te stoppen. Hoe kwalijk ze dat advies ook vindt, ze legt er niet de schuld neer. ‘Je voelt je heel slecht en dat gevoel blijft. Het schuldgevoel. De schaamte. De naïviteit. De wetenschap dat je je kinderen levenslang hebt beschadigd.’
fragment brief MOEDER
Nooit heb ik het gevoel gekregen dat je me het echt kwalijk hebt genomen. Meer van dat het super spijtig is, dat wel, maar dat je het niet helemaal mijn schuld vond. Daar ben ik dankbaar voor. Ook al had ik het wel zelf helemaal allenig, absoluut gedaan.
Tussen ons is de moeilijkste periode veel later geweest. Toen ik depressief werd zonder het zelf te merken, en toen ik overging van wat drinken naar full-on alcoholisme.
Het schrijven van de eerste brief aan haar moeder vond Karin lastig. Waar begin je, en wanneer? Niet erg, bleef ik maar herhalen. Niet erg als het moeilijk is, niet erg als het pas lukt vlak voor we hebben afgesproken, niet erg als het lang is, kort is, onsamenhangend is. Kijk maar wat eruit komt. Zodra ze pen op papier zette schreef ze het in één keer weg, alsof het er al heel lang in zat en eruit wilde.
fragment brief DOCHTER
Lieve mama,
Lang geleden dat ik jou een brief heb geschreven. Het voelt gek.
Ik wil even beginnen met zeggen dat ik het fijn vind dat jij hieraan meedoet met mij. Ik weet dat er heel wat dingen zijn die jij hier moeilijk aan vindt, dus ik vind het heel knap.
Mijn gedachten tieren rond, maar, eerlijk gezegd, heb ik moeite met ze vormen tot zinnen. Of vragen. Ik ben zenuwachtig. Jij vast ook. En mijn hand doet nu al zeer.. Maar goed, we gaan er aan geloven. Voor ons.[..]
Zoals je weet werd FAS een aantal jaren geleden een onderdeel van onze levens. Gerton (red: jongere broertje van Karin) zou het misschien kunnen hebben, werd er gezegd. Jij wist al vrij gauw dat het zou kloppen. FAS wordt natuurlijk veroorzaakt door alcohol. En dat is niet het enige probleem dat daardoor is veroorzaakt door de jaren heen. Het was een van de grootste problemen in ons gezin voor jaren. De ruzies, de verwaarlozingen, de pijn en gedoe dat er telkens door kwam. En ik snap het niet.
Oké, thuis zei je altijd dat ik me aanstelde of het was niet aan mij om me ermee te bemoeien. Hoe hoog of laag ik ook sprong om jou in te laten zien hoeveel kwaad je ermee deed [..]
Maar toen Gerton FAS zou hebben… Een tastbaar iets. [..] WAAROM koos je niet dat moment om het roer om te gooien, in plaats van het allemaal nog veel meer uit de hand te laten lopen?
’Zij vergeet waarom we ruzies hebben, en ik blijf er in hangen.’
-Karin
Het contact tussen moeder en dochter was hecht, maar liep ook geregeld uit op een ruzie. Dezelfde spanningen kwamen steeds weer terug. ‘Zij vergeet waarom we ruzies hebben, en ik blijf er in hangen. Ik kijk anders naar dingen,’ vertelde Karin. Onlangs verhuisde ze van een huisje om de hoek bij haar moeder naar een flat in een andere stad. Ze spraken elkaar steeds minder.
Je stak je hoofd nog verder in het zand.. Maar het feit dat ik dat niet begrijpt is niet mijn allergrootste vraag aan jou. Mijn vraag aan jou is waarom jij niet voor jezelf kiest.
Nu weet ik dat voor jezelf kiezen, in jezelf geloven, makkelijker gezegd is dan gedaan. Ik weet hoe eng het is. Hoe fragiel je dan bent. Het is een klik, en dan moet ervoor gaan. Je valt harder dan ooit met een tegenslag. Maar je staat wel 10x sterker op.
Dus mama, mijn vraag aan jou is wanneer ben jij aan de beurt? Wanneer ga jij ervoor om de sterkste, gelukkigste vrouw te zijn die ik ken?
De reacties op deze brieven volgden een aantal weken later. De spanningen tussen Marijke en Karin kregen een andere lading toen de diagnose FAS bij Gerton, het broertje van Karin, geopperd werd. Daar wilde Karin graag een brief over schrijven, en ik vroeg Marijke dit ook te doen.
fragment brief MOEDER
Lieve Pipo,
Ik zit al een uur met m’n blocnote op schoot te bedenken wat ik moet antwoorden op de vragen die jij me stelde in jouw brief aan mij, want ik heb werkelijk waar geen zinnige antwoorden als ik heel eerlijk ben. Een deel daarvan zal ongetwijfeld komen door het beruchte kop in het zand fenomeen, maar het is veel meer dan dat.
Er zijn bijvoorbeeld dingen die ik juist anders zie. Zoals voor mezelf kiezen. Dat heb ik juist te veel gedaan in mijn ogen. Ik sloot mezelf af, mede door middel van drankgebruik maar ook door het bouwen van een muur van ogenschijnlijke onverschilligheid die er achteraf toe leidde dat ik jullie kwetste en verwaarloosde. Ik kon en wilde dat toen niet zien. Hoezeer je mij erop gewezen hebt, ik vond het maar onzin. Waardoor ik je natuurlijk nog veel meer pijn deed, en boosheid opwekte. Maar ja, zoals ze hier zeggen, achteraf kijk je een koe in de kont.[..]
De stap naar de diagnose FAS voor haar zoon Gerton viel Marijke zwaar. ‘Voor het label ben je nooit écht klaar, maar het is nu eenmaal nodig voor de specifieke zorg en begeleiding die hij nodig heeft.’
fragment brief MOEDER
Zoals je waarschijnlijk wel weet had ik daar (red: over FAS) nog nooit over gehoord tot er een overleg plaatsvond op de school van je broertje. Zelfs toen vond ik het onwaarschijnlijk. Ik ben thuisgekomen, nu inmiddels zo’n zes jaar geleden en ben direct op onderzoek uitgegaan.[..]
Het was mij direct duidelijk dat Gerton inderdaad FAS had. Het heeft mij bijna vijf jaar gekost om het ook officieel te laten diagnosticeren.
’Ongelofelijk, dat ik me dat toen past besefte’
-Marijke
Gerton kon zich op school slecht concentreren, kwam niet mee, zijn gedrag was ‘onhandelbaar’, zeiden ze. Hij was al twee keer van school gewisseld. Thuis zag Marijke een heel ander kind, poeslief. Daar zakte hij uitgeput tegen haar aan.
Twee jaar later realiseert Marijke zich ineens: wat met Gerton is gebeurd, zou ook best met haar andere twee kinderen het geval kunnen zijn geweest. ‘Ongelofelijk’, zegt ze, ‘dat ik me dat toen pas besefte’. Ze ging het gesprek aan met Karin. ‘Ironisch genoeg was dat op het terras’, vertelt Karin. ‘We zaten in de zon, dronken wijn. Mijn moeder zat er wat ongemakkelijk bij.’
fragment brief DOCHTER
‘Mijn hoofd begon een beetje te draaien terwijl ik een knoop in mijn maag voelde opkomen.
‘BAM. Blijven ademhalen. Je probeerde alles eruit te gooien en ik probeerde rustig te blijven luisteren terwijl er een storm vragen door mijn hoofd schoten.
De storm in mijn hoofd ging razend tekeer. Een gevecht tussen verwijt, pijn, onzekerheid, begrip en medelijden. Ik zag je pijn, schaamte, je schuldgevoel, terwijl je mij op de hoogte bracht van het nieuws.
Na dat eerste gesprek over FAS vond Karin het steeds lastiger om erover te beginnen. Terwijl ze zich er zelf juist steeds meer in begon te verdiepen, en als vrijwilliger een meisje met FAS begeleidde. ‘Het was net alsof ik in de spiegel keek, ze leek precies op mij als kind.’
Ook wanneer Karin met haar broertje speelt herkent ze veel. ‘De chaos in zijn hoofd, zijn enorme kwetsbaarheid en moeite met emoties, zijn gefixeerde en tegelijk snel afgeleide gedrag, en nog zoveel meer.’ Ze wil graag met haar moeder delen wat ze over FAS heeft geleerd, maar durft het onderwerp niet goed aan te snijden.
‘En toch is het ook goed. Iets meer afstand.’ – Karin
Ik zoek Marijke en Karin op met twee nieuwe brieven in mijn tas. Mijn eerste stop: Karin. Een flat naast een drukke weg, buiten het centrum. Ze woont hier met haar vriend, een hond en een kat. Ze is moe, vindt het spannend om het over de brieven te hebben, heeft hoofdpijn. Daar heeft ze sowieso snel last van: hoofdpijn. Als ze te veel tegelijk doet, te veel van zichzelf vraagt. ‘En dat is eigenlijk standaard’, lacht ze.
Ik zie een heel netjes en geordend huis, strak, schoon. Rustige kleuren en dingen die glimmen. Karin ziet vooral wat er nog moet gebeuren: de vloer in de keuken ontbreekt nog, en ze wil het balkon opknappen. Ze mist de tuin die ze had, toen ze nog om de hoek woonde bij haar moeder. Ze mist het om elke dag even langs te gaan, alles bij haar kwijt te kunnen, iemand waar je bij kan huilen als je even niet weet wat je moet. ‘En toch is het ook goed. Iets meer afstand.’
Karin heeft geschreven over de jaren dat ze in het buitenland woonden, de herinneringen die ze daarover heeft aan haar moeder.
fragment brief DOCHTER
Vroeger keek ik echt ontzettend naar jou op. Ik zag jou en dacht: wauw, zo wil ik ook zijn! Een geliefde, slimme en sterke vrouw, die er altijd was wanneer mensen haar nodig hadden. Iemand met charme, pit en een prachtige lach.
Karin straalt als ze het over die tijd heeft. Over de fruitbomen in de tuin, en dat ze overal in huis briefjes achterliet voor haar moeder. ‘s Avonds lagen ze voor de openhaard en praatten ze veel, open, over van alles. ‘Dat waren fijne momenten, waarop ik me heel erg verbonden voelde met mijn moeder, en eindelijk het gevoel had dat ik de wereld een beetje begon te begrijpen.’
Ik geef Karin de brief van haar moeder, ze leest ‘m hardop voor.
fragment brief MOEDER
Weet je? Wanneer jij mij vertelt over hoe een slechte moeder ik ben en dat je zo’n ellendige jeugd hebt gehad, schieten mijn gedachten meteen in de verdediging. Dan krijg ik een steek in mijn hart en dan denk ik ‘we hebben het toch ook zo vaak zo leuk gehad’. Dan schieten er allerlei fijne herinneringen door het hoofd.
Vanaf de eerste keer dat ik me over je wieg heen boog en je oppakte en ik je een koosnaampje gaf dat ongevraagd en onverwachts in me opkwam tot bijvoorbeeld de ellenlange kletspartijen en serieuze maar fijne gesprekken die we regelmatig hadden, maar ook naar bijvoorbeeld het feit dat ik nooit ‘Bridge over troubled water’ kan horen zonder aan ons tweetjes luid zingend in de auto te denken. En zo zijn er nog zoveel meer fijne herinneringen. Herinneringen die ik koester.
Karin lacht om het stuk over samen zingen in de auto, maar zucht daarna diep. ‘Dat ze denkt dat ik haar een slechte moeder vind, dat was niet helemaal de bedoeling.’
Van het huis van Karin rij ik naar dat van haar moeder. Marijke doet open en loopt direct naar de woonkamer: ‘let niet op de rommel’. Ik zeg dat het wel meevalt. En denk aan mijn eigen huis, waarvan ik vaak niet vind dat het meevalt. Een vlek die je maar gewoon laat zitten. Eenzame, onzinnig dingen die op tafel liggen, waarvan je niet meer weet hoe ze er komen en wat je ermee moet. Zo is ook de tafel van Marijke. Een paperclip, een bonnetje, een post-it, een pen, een elastiekje. Een asbak, een afgeknipte nagel.
Haar handen trillen, ze kijkt me niet aan. Steekt een sigaret op. Pas als Gerton een uur later thuiskomt doet ze de lampen aan, en besef ik me dat we al die tijd half in het donker zaten.
Marijke leest de brief van haar dochter, snel. Ik weet niet of het gretig is, of vluchtig.
fragment brief DOCHTER
In al mijn vroege herinneringen was één ding consistent. Ik voelde me veilig bij jou.
Zo jammer vind ik het dat die gevoelens zijn verwaterd. Ik hou zo ontzettend veel van jou, maar ik mis die moeder die jij voor ons was. Mijn idool. [..] Een vrouw die de wereld kende en er nooit genoeg van kon hebben.
Hoe hard ik probeer om het verleden te overstijgen en een betere persoon te worden, ik merk dat jij er nog steeds in zit. Het is moeilijk voor mij, want daar wil ik niet naar terug. Het verleden, al jouw pijn, spijt en ongeluk zit nog in alles dat je doet, wat je uitstraalt ook aan de wereld.
Het doet mij pijn om te zien en trekt mij ook terug naar de pijnlijke gevoelens van vroeger.
‘Poeh.. ik denk niet dat ik nog diezelfde vrouw kan worden’, verzucht Marijke. ‘Een vrouw die de wereld kende en er nooit genoeg van kon hebben. Maar ik zal het proberen’.
Ze vertelt me over de tijd dat ze in het buitenland woonde, toen ze een leven had vol feestjes, en een fijn huis. En over de keer dat ze even terug in Nederland was en door Twente langs een groot flatgebouw reed. ‘Je zou daar maar wonen’, had ze vol afkeer gedacht. Nota bene was dat precies de flat waar ze uiteindelijk terecht kwam en nog steeds woont. Waar we nu op de bank zitten.
fragment brief DOCHTER
Wij zijn ons verleden niet. Jij hoeft niet de pijn van spijt bij je te dragen als je kunt laten zien wie jij kunt zijn.
Jij bent nog steeds mijn mama. Mijn lieve zorgzame mama. En dat zal je altijd zijn.
Laten we er samen voor gaan. Echt gaan. Ik geloof dat het kan. Ik geloof in jou. Ik geloof in ons. Ik geloof in een fijne toekomst.
En mama, IK HOU VAN JOU!
xx jouw Pipo
Dat ze mij zich zo herinnert, zo positief en sterk.’ – Marijke
Ze staat op. Uit een kast in de andere kamer haalt ze en multomap. Hierin zitten alle brieven in van Karin en haar. Ze stopt deze er gelijk bij, netjes. ‘Ik krijg er tranen van in mijn ogen, weet je dat. Dat ze mij zich zo herinnert, zo positief en sterk. Dat ze het optimistisch inziet, wil dat we vooruit gaan.’
Ze vertelt hoe jammer ze het vindt dat ze Karin zo weinig ziet tegenwoordig, maar haar ook wat ruimte wil geven. Ik twijfel wat ik kan zeggen, hoeveel ik me hierin moet mengen. ‘En toch is het ook goed’, hoor ik Karin weer zeggen, ‘iets meer afstand’. Maar misschien is dit te veel afstand, denk ik. Dus zeg ik voorzichtig dat ze Karin volgens mij altijd mag bellen. Marijke glimlacht, maar gaat er verder niet op in. De hele weg terug naar huis denk ik aan wat ik beter had kunnen zeggen. Ik kan nergens opkomen.
Als de volgende brieven er zijn bezoek ik Karin op de hogeschool waar zij studeert. In een fel verlichte werkgroepruimte, net iets te groot voor ons tweeën. Ik zie gelijk dat er iets veranderd is sinds de laatste keer dat ik haar zag: ze straalt als ze praat over het contact met haar moeder.
Het schrijven en lezen van de brieven heeft iets veranderd. Ook al hadden ze alles al een keer gezegd, een keer gehoord. Op papier is het anders. ‘Ik kan niet boos schrijven,’ legt Karin uit. ‘Normaal zou ik altijd gelijk gaan veroordelen en hebben we al snel ruzie. Nu denk ik na terwijl ik schrijf. Ik zie het anders, lees het anders. Het komt veel meer aan.’ Ze wilde in haar brief graag reageren op wat haar moeder schreef: ‘Wanneer jij mij vertelt over hoe een slechte moeder ik ben en dat je zo’n ellendige jeugd hebt gehad, schieten mijn gedachten meteen in de verdediging.’
fragment brief DOCHTER
Lieve mama,
Jouw brief heeft mij heel erg geraakt, nu nog steeds wanneer ik het teruglees. Ik schrik dat jij denkt dat ik jou als een ellendige moeder zie, dat ik alleen de slechte dingen nog weet. Ik snap het wel, omdat ik zo lang aandacht heb besteed aan wat er niet goed gaat of is gegaan. Maar zo zie ik jou niet.
Karin was bij haar moeder langsgegaan na de vorige brief en had zich voorgenomen om zonder oordeel te luisteren. Ze had het idee dat het niet zo goed ging met haar moeder. ‘Als je iets nodig hebt, zeg je het maar,’ had Karin gezegd. Vervolgens zaten ze anderhalf uur naast elkaar op de bank, in stilte.
Tot Marijke toegaf: het ging inderdaad niet zo goed. ‘Daarna hebben we heel lang gepraat, eerlijk, open, en zonder ruzie.’
fragment brief DOCHTER
We komen er steeds dichterbij, één van mijn grootste dromen: dat wij weer de band hebben zoals vroeger. En dat wij, ongeacht de situatie, elkaar kunnen vertrouwen.
‘Ik ben zo trots op haar’ – Marijke
Ook als ik Marijke even later spreek hoor ik een nieuwe, positieve energie. Ze zijn samen naar een bijeenkomst geweest over huiselijk geweld. Karin hoopte dat Marijke zou inzien dat de relatie met haar ex schadelijk voor Marijke was geweest, dat die pijn er misschien wel voor zorgde dat ze zichzelf niet toestond een volgende stap te zetten. Een schot in de roos, zo bleek. Het zette een omslag in gang, in de auto terug naar huis zongen ze weer samen, heel hard, zoals vroeger. ‘Ik ben zo trots op haar’, zegt Marijke meerdere keren. Ze zit vol verhalen: over Karin, haar collega’s, haar broer die voor het eerst sinds vier jaar langskomt. En ‘het mooiste’, vertelt ze: ze staat niet meer onder toezicht van kinderbescherming en andere hulpinstanties. ‘Dat gaf het laatste zetje om mijn zelfvertrouwen op te krikken’.
Voor het bezorgen van de laatste brieven heb ik voorgesteld om met zijn drieën af te spreken. Dat leek me een mooi einde. We waren het er allemaal over eens dat het brievenproject rond was, en toch vraag ik me af hoe het zal gaan als we zo samen de brieven lezen en wat voor situatie ik straks achter moet laten.
Ik merk echter zodra ik er ben dat het ineens een stuk onnatuurlijker voelt, en dat ik me afvraag of het geen tijd wordt dat ik doe wat de meeste postbodes doen; na het bezorgen van brieven gewoon weggaan. Marijke en Karin hebben samen boodschappen gedaan voor de lunch en kletsen vrolijk door, bijna zonder op te merken dat ik ernaast ben komen zitten. Net als ik me bedenk dat ik het eigenlijk wel een fijn idee vind dat ik bijna overbodig ben geworden en voorstel om de brieven te gaan lezen, vallen me de trillende handen van Marijke weer op, en de gespannen blik van Karin. Misschien toch wel goed dat ik er nog één keertje bij ben, al ben ik maar een aanleiding, een kleine stok achter de deur; om te schrijven en voor te lezen.
fragment brief DOCHTER
Lieve mama,
Nou, de laatste dag van het brievenproject is aangebroken en eigenlijk vind ik het best wel spannend.
Zo meteen zitten we tegenover elkaar en zien we elkaars reactie. Ik ben benieuwd. Ik ben zenuwachtig.
Sinds het project is begonnen is het een emotionele reis geweest voor ons beiden. We zijn beide ver gekomen in elkaar begrijpen en snappen hoe we denken. Mooie mijlpalen om naar de toekomst mee te nemen.
Nog steeds heb ik nooit volledig begrepen hoe je later uit schuldgevoel en spijt meer bent gaan drinken, terwijl de alcoholconsumptie altijd een probleem maker is geweest. Maar dat is een verslaving. Het gaat beter, veel beter, en ik ben trots op je.
Voor mij heeft het FAS-project daarbij geholpen. Want je kunt het verleden niet veranderen, maar de toekomst wel stukje bij beetje beter maken.[..]
fragment brief MOEDER
Lieve Pipo,
Dit is mijn laatste brief aan jou. Het rare is dat ik niet helemaal weet hoe ik dat vind. Ik zou er denk ik wel blij om moeten zijn, want het is best een heel emotioneel gebeuren geweest. Maar aan de andere kant is het ook jammer. Ik vind namelijk dat we door onze openheid tegenover elkaar en de verbluffende realisatie dat wij in feite toch vaak zonder dat we het zelf van te voren dezelfde onderwerpen opzochten, nader tot elkaar zijn gekomen. Daar ben ik super gelukkig mee.
[..]Wat ik ook belangrijk vind is dat, deels vanwege deze brieven maar ook deels middels onze gesprekken, ik eindelijk heb ingezien dat niet alles 100% mijn schuld is. Dat ik vrede mag maken met het verleden en dat het oké is om mij te gaan richten op de toekomst. Dat het goed is om mijn fouten te erkennen maar dat het nog beter is om die, zo goed en zo kwaad als het kan, achter mij te laten. Achter ons te laten.
Ik zag in dat, en waarom, ik niet meer ik ben. En ik snap waarom jij steeds zegt dat ik er mag zijn, en waarom ik dat was vergeten. Ik had het zelf niet gezien. Nu wel. Ik ben er nog lang niet, maar dankzij jou ben ik wel op de juist weg!
Ik ben zo blij dat we weer zo’n fijne relatie hebben! Natuurlijk met z’n ups en downs, meestal te wijten aan mij, maar intrinsiek zit het goed. Ik koester ons. Ik ga met vertrouwen de toekomst aan. Dankzij jou.
Met heel mijn hart, meiske. Ik ben trots op je. Ik koester je. Ik hou van je.
Mama
In auto naar huis zit Bridge over troubled water in mijn hoofd, hún liedje. En ineens besef ik me hoe dat nummer zo perfect bij hun verhaal past. Een brug over ‘woelig water’, die ze samen gebouwd hebben. Ik mocht ernaar kijken en luisteren, en ben blij dat ik het met een gerust hart achter kan laten. Omdat ik weet dat ze gewoon door bouwen – of schrijven – als het nodig is.