Roos en het FAS-project

Voor de meeste lezers van dit blog is de vakantie waarschijnlijk al in zicht. Wij werken voorlopig nog even hard door, want onze zomer staat in het teken van het dagboekproject. In alle drukte willen we toch nog even aandacht besteden aan iemand die een bijzondere rol speelt in dit alles: pleegmoeder Roos Haasse. Zij was de aanleiding voor het FAS-project.

Eigenlijk begon het een paar jaar geleden allemaal met een foto. Allard de Witte kreeg de opdracht om een portret te maken in Lelystad. Het was een auteursportret, bedoeld voor een boek dat op het punt stond te verschijnen. De auteur bleek pleegmoeder Roos Haasse, haar boek ging over de honderd pleegkinderen die zij ondertussen had opgevangen.

De alledaagse fotoklus mondde uit in een lang gesprek. En in dat lange gesprek trok één onderdeel de aandacht. Natuurlijk, elk kind dat Roos opving was bijzonder. Maar tussen die honderd kinderen zaten een paar extra bijzondere gevallen, kinderen die niet te vergelijken waren met de rest. Kinderen die niet de erkenning en zorg kregen die ze zo hard nodig hadden. Die kwetsbaar en gehavend waren. En die niet zo hadden hoeven zijn. Kinderen met FAS.

Zonder Roos Haasse zou het FAS-project er nooit zijn geweest

Die foto leidde tot een lange journalistieke zoektocht en talloze ontmoetingen en gesprekken. Ondertussen zijn we een paar jaar verder en hard op weg om FAS een gezicht te geven. Roos vecht met haar stichting Warme Jas al jaren voor deze en andere kwetsbare kinderen. Ze trekt beleidsmakers en politici aan hun jasje en duwt ze de feiten onder hun neus. Zonder subsidie en zonder medewerkers, maar met volledige overtuiging en oneindig veel doorzettingsvermogen. Soms vraagt Roos zich weleens af waar ze het allemaal voor doet, soms lijkt het zo weinig op te leveren. Dat is slechts schijn. Met al die kleine stapjes kom je er uiteindelijk ook. En: zonder Roos zou het FAS-project er immers ook nooit zijn geweest.

X