Dit is mijn familie: Roos, Amber, Rob en mijzelf. Ik zit in een pleeggezin omdat mijn moeder niet voor mij kon zorgen. Die is aan alcohol overleden, daar ben ik best wel… Dat vind ik zonde. Maar als ik niet in dit pleeggezin was beland, zat ik nu misschien aan de drugs of alcohol en dat is best wel erg voor mijzelf.
Ik ben meestal alleen. Als ik me alleen voel ga ik naar buiten en dan wil ik vaak naar de speeltuin. Als er niemand is, haal ik ze op. Maar nu zijn er minder kinderen omdat ze steeds ouder worden. En ik ben ook weinig buiten omdat ik steeds ouder word. Maar ik vind het niet leuk dat er minder kinderen zijn. Want eerst had je lol en dan had je een dag waarvan je dacht: Jippie ik heb een leuke dag gehad! En dan kon je die dag lekker afsluiten.
Ik had vissen in mijn kamer. Ze geven heel veel leven in mijn kamer. En meestal als ik even droevig was dan keek ik er naar en dan was ik weer blij. Het ging een tijd heel goed en toen minder: er kwamen steeds minder vissen. Ik gaf ze steeds meer eten en op een gegeven moment zag ik geen vissen meer. Toen dacht ik: hé wat is er aan de hand? En toen waren ze allemaal dood.
Ik ben blij dat er bloemen zijn, omdat ze ons kleur en vrolijkheid geven. En meestal als ik er naar kijk en ik ben droevig, dan voel ik me in één keer blij. Dus kijk eens een keer naar een bloem als je droevig bent, misschien word je weer blij.
Dit zijn mijn broers: Barry en Jeremy. Ik heb ze sinds een jaar leren kennen. En toen ik er was, hebben we veel gekletst en veel leuke dingen gedaan. Na twee maanden hoorde mijn moeder dat er een telefoontje kwam, en toen werd er gezegd: één van de twee zit aan de alcohol en drugs. Daar schrok ik van en toen dacht ik: o nee! Maar sinds dit jaar gaat het weer goed en is er niks meer aan de hand. Degene die drugs en alcohol gebruikte woont nu zelfs al op zichzelf.
Ik heb FAS, omdat mijn moeder gedronken heeft tijdens de zwangerschap. Ik ben er niet boos om maar ook niet blij. FAS brengt mij soms in de war en daardoor kom ik soms in de war en kan ik moeilijk uit mijn woorden komen. En meestal begrijp ik mensen niet. Soms moet ik ook dingen meerdere malen lezen anders begrijp ik het niet. En dat is FAS.
Ik droom veel over geld. Ik wil later ook rijk worden. Maar niet zo rijk dat er alleen wordt gezegd van: ja, je bent een rijke stakker je geeft niks uit aan armen. Ik wil graag als ik veel geld heb een Lamborghini, een grote villa en ik geef zeker aan arme doelen.
Soms voel ik me verdrietig en dan ga ik naar beneden, en dan ga ik met de honden spelen en dan ben ik daar heel heel blij mee. Vaak zijn die honden ook blij en dan spelen ze met elkaar en dan zie ik hoe gelukkig ze zijn en dan word ik daar ook weer blij van.
Ik wil graag politie worden, maar niet zo maar politie; ik wil politie worden op Ameland. Op een dag zag ik op het nieuws dat er op Ameland weinig agenten waren. Toen dacht ik opeens: waarom niet op Ameland, want Ameland is rijk en natuurlijk en je bent er altijd overal en je zit in de natuur en niet bij auto’s en vieze fabrieken.